Alles wordt gezegd

Ze had weer eens niets te zeggen, maar toch pakte ze de computer erbij.
Woorden blijken zichzelf te vinden als ze de mogelijkheid openhoudt.
“Maar waarom schrijven als je niets te zeggen hebt?” hoor ik brein tegen haar zeggen.
Er valt maar één antwoord te geven – er valt nooit méér te zeggen dan dit.
Zelfs als het brein denkt dat er niets gezegd wordt volgen er letters op het papier, en wie ben ik om te oordelen dat het ene goed is en het andere niet?
Er worden lessen geleerd in deze periode. Lessen over het weer wat dieper loslaten van oordelen.
Want wat is goed? Wat is fout? Ze weet het gewoon niet meer. Misschien valt dat ook eigenlijk nooit écht te weten. Als alles ‘goed’ bekeken wordt komt ze altijd op dezelfde conclusie uit; Alles wat bedacht wordt heeft zijn basis bij een conditionering liggen.
Brein op zichzelf staand blijkt een mechanisme.
Maar hoe merkte ze dan dat er een laag dieper gegaan werd, want ook dit is natuurlijk alleen maar een beschrijving die het brein geeft aan het gebeuren.
Zij denkt, dat als ze ‘nieuwe, oude’ conditioneringen tegenkomt die niet eerder gezien zijn dat er een hoop resistance in het blikveld treedt. Intense emoties die het brein bestempeld als bijvoorbeeld angst die aan deze conditioneringen vastgeplakt zitten worden geobserveerd alsof ze nog niet eerder gevoeld konden worden.
Expansion zal altijd blijven gebeuren.
Er wordt ruimte gevraagd in het lijf om naar (oude-nieuwe) dingen te kijken die niet meer dienen, en als ze eenmaal gezien worden kunnen ze binnen seconde losgelaten worden, of misschien wel opgenomen worden in het alles/niets – het ligt eraan hoe je het bekijkt.
Het leven wordt geleefd en vraagt op elk nieuw moment veiligheid om te bestaan in dit poppetje. Ze zou niet anders willen dan die ruimte geven, want in die ruimte ligt de vrijheid die ze wilt zijn (is). ‘Alles zijn.’
De grootsheid van de leven wordt ervaren binnen de grootsheid van haar hart.
Brein: “WAT ZEGT JE TOCH!?”
Hoe ging dat in zijn werk vraag je? Laat me je even meenemen naar moment suprême….
Ze heeft een travelers-journal gekregen van haar zus, één van de magische dingen die ze altijd bij zich draagt, ze weet namelijk nooit wanneer ze iets te schrijven heeft (en dat spontane schrijven blijft maar gebeuren).
Dat ene live moment van contemplatie:
Ik mocht niet voelen wat er gevoeld werd. Alleen al dat creëerde een identiteit die me recht aanstaarde. Misschien niet een identiteit, al kan je een breinloop misschien ook zo beschrijven – het zal wel weer hetzelfde zijn.
(….Wacht eens even, er werd opeens geschreven over ‘ik….’)
Die ‘ik’ bestaat al een tijdje niet meer…
‘de valkuil van het bekende’
Ooit werd er gedacht te moeten vluchten van die intense emoties die het brein graag bestempeld.
Natuurlijk niet meer in haarzelf, maar voor de ‘ander.’
Gelukkig leert ze nu ten volle dat ‘die ander’ ook nooit bestaan heeft, dat geeft wat roering binnen in het poppetje.
Een dieper inzicht over de oncomfortabelheid (meningen) op de oncomfortabelheid (de bestempelde intense emotie onder de meningen).
Het zal natuurlijk nooit de emotie zelf zijn die het ‘moeilijk’ maakt -want elke emotie is hetzelfde-
Het is het brein die denkt dat het ene dit is en het andere dat – het ene goed en het andere slecht.
De enige dualiteit die lijkt te bestaan binnen in het niets is de wanhopige kreet van brein die schreeuwt dat zij heus wél bestaat.
Ach ach ach, dat hoopvolle poppetje.
Dit kan natuurlijk ook alleen maar liefde zijn.
Gelukkig wordt er nu weer geschreven dat alles wat aan het gebeuren is precies datgene is dat aan het gebeuren is. Daar valt gewoon niets anders van te maken.
Ze zegt ook altijd graag dat ze niet de perfecte leven creëert, maar dat de leven gebeurt en DAAROM perfect is (en dus weer meer geeft van datzelfde).
De kracht ligt in HOE het leven ervaren wordt tijdens het ervaren.
Oneindige mogelijkheden blijken altijd te bestaan, het brein kan niet eens in de buurt komen van de betekenis daarvan dus probeert ze het niet meer.
Vrij vliegen in het oog van de storm.
Vrij voelen in de rust te midden van de chaos.
Rust in de onrust.
Comfortabelheid in de oncomfortabelheid.
De leven wordt ten volle geleefd – iets dat wij mensen nou eenmaal heeel goed kunnen! Zelfs al denkt het brein van niet.