becoming No-thing

Wie zijn mensen?
Niets meer en minder dan atomen die balanceren in het drukgebied vastgepind in de cirkel van de zwaartekracht.
Wat maakt ons speciaal?
Het feit dat we ons bewust kunnen worden van deze waanzin.
Alles bestaat en is, waaronder wij.
Als alles al is kan je veronderstellen dat niets meer uitmaakt. Er valt niets te creëren.
Wat wij als mens wel kunnen doen, in mijn ogen een magisch proces, is ‘loskomen’ van ons brein/emoties en daardoor een breder zicht krijgen op hoe wij ons leven (kunnen) leven.
Van een afstand kijken naar alles wat bestaat. Ook naar onszelf.
Wat doet ons pijn?
Wat vinden we fijn?
Welke kant willen we ons lijf laten ervaren?
Het leren de focus te verleggen van ‘kijken vanuit brein,’ naar ‘kijken naar o.a. brein.’
Het is hetzelfde maar dan vanuit een ander perspectief — het is als kijken naar de sterren, als je niet (bewust!) kijkt naar de sterren, en ze dus niet ziet, betekent dat niet dat die niet bestaan. Zo kan je ook (leren) kijken naar jezelf, of naar je menszijn, vanuit een afstand — je bent ‘het’ niet maar ‘het’ is er wel, zo leer je steeds meer te zien. Leren observeren zonder de identificatie van wat brein vindt. Wij kunnen dat, want mensen zijn awesome.
Voorbeeld:
Het lichaam die mij is gegeven leeft door een ongeluk met pijn. Ik heb jaren gespendeerd naar het lijf te kijken vanuit de optiek dat ik dat was. Alles van mij. Mijn focus was compleet. Met oogkleppen op gedoemd om alleen te geloven dat pijn alles was.
Logisch wel, pijn is een grote trigger voor ons menszijn en zet alle mechanismen in werking — fight, flight or freeze.
Het zit in het systeem van het lijf.
Wij zullen onze vege lijven redden al is dat het laatste wat we doen.
Wij mensen zijn zo. Het is een voorbeeld van de immense (leuk woord) kracht die wij mensen hebben — we zullen doorgaan.
Maar doorgaan (zoals ik gewend was) was voor mij niet meer mogelijk. Ik was elke seconde van de dag aan het sterven binnen het geloof dat ik alleen pijn was.
‘Waar het brein op focust creëert het normaal.’ Mijn normaal was angst en pijn. Pijn en angst. Een eindeloze cirkel van lijden.
Ik kon niet beter weten omdat dit het enige was dat ik zag.
Een cirkel die zich zou blijven herhalen als ‘ik’ niet besloot mijn brein te gebruiken op een manier waar mijn menszijn blij/vrij van zou worden.
Als alles nu bestaat (en dat hebben we net natuurlijk vastgesteld) dan kan ik ‘zien’ (kijk ik naar de sterren of ben ik een ster?) wat ik wil zien, want dat bestaat er natuurlijk niets meer afzonderlijk van elkaar — hoe ‘ik’ denk/geloof creëert de wereld in mij en de wereld om mij heen.
Wanneer mijn menszijn heel blij is met zichzelf, is zij automatisch heel blij met de wereld om haar heen. Je kan bij jezelf nagaan; wanneer ziet de wereld er mooier uit, als je vrij/blij ‘bent’ of als je angst bent? Precies… hinderlijk simpel.
Het proces ‘loskomen van de identificatie van brein’ was begonnen. Veiligheid creëren in mijn menszijn zodat het lijf/brein uit de fight,flight or freeze modus kon komen.
Als het leven dat ik niet wil (angst en pijn) loskomt van de focus (of beter gezegd; wanneer ik een ander focuspunt vindt) zal die realiteit uiteindelijk oplossen omdat ik er geen energie meer instop. ‘Het ontdekken van mogelijkheden’ noem ik het ook graag. Want eerst zag mijn menszijn geen mogelijkheden, eerst kon ik alleen maar (pijn) lijden.
En vraagt men; ΅is het zo, ervaar je nu ‘minder’ pijn omdat je bewustzijn vergroot, of omdat je focuspunt op ‘iets anders’ ligt?΅
Het is grappig want dit is voor mij een betekenisloze vraag geworden. Begrijp me niet verkeerd, ik ben woordeloos dankbaar voor de verandering in mijn menszijn (van angst naar vrijheid). Maar de betekenis (het oordeel) van pijn is nu gewoonweg verdwenen. Ik heb geleerd dat alleen brein iets vindt van pijn. Is mijn energiehuishouding minder? Kan ik nog pijn voelen als ik zou willen? Ervaar ik de sensatie nog in mijn lijf? Natuurlijk, want alles bestaat. De tijdlijn waarin pijn alles was is verdwenen uit mijn focuspunt — het is niet meer levensvatbaar. Pijn leeft ook in vrijheid.
Als de sterren vallen kan je dat ook zien. Pijn kan je ook zien. Maar het is zo klein dat het waarschijnlijk binnen een x aantal nu’s oplost. En niet omdat het kleiner en kleiner wordt, maar omdat alles steeds groter wordt, of breder, of dieper. Het ligt eraan hoe je het bekijkt. En misschien is dat wel hetzelfde.
Simpel gezegd maar niet te begrijpen; niets is waar of niet waar. Alles kan. En dat is vrijheid.