Kwijt in de eenheid

Weet je wat ze nou echt hinderlijk vindt.. het ‘niet weten.’
Het ‘Niet weten’ kickt op dit moment gewoon echt de aars, daar is het brein mee aan de haal gegaan.
Vaak al wordt er vrijheid ervaren in dit niet weten, want immers; er valt niets te weten dus alles is mogelijk.
Maar nu lijkt het meer vastgezogen in de modder van het ‘er blijkt van alles te gebeuren, maar ik weet gewoon niet wat.’ – je weet wel, hetzelfde alleen dan bekeken vanaf de andere kant van die spiegel en veroordeelt door dat heerlijke brein van mij.
De logica is verdwenen, de herkenning van alles dat ik kende blijkt weg. Meer ruimte zeggen we dann… (sarcastische eye roll)
“PRECIES JA, MEER RUIMTE OM VERDWAALT IN TE GERAKEN,” gilt het brein…
Ondanks dat er heus wel ‘geweten’ wordt dat er niet verdwaald kan zijn.
Snap je nu mijn frustratie.. Alles wordt maar meteen onder die paraplu van het non dualisme gegooid. En niet omdat ik dat zo graag wilt, nee nee, maar omdat er gewoon niets anders meer gebeurt. Namelijk als er weer ergens een label opgeplakt wordt mag dat zeker! Want ja, alles mag. Maar ik weet heus wel dat dat een label is dat het brein plakt op een vliegend moment dat niet perse iets te betekenen heeft en alweer gebeurt is voordat die label erop zit, snap je. Het wordt zo.. gezien.
“maar ik wil mezelf wel serieus nemen” wordt er geroepen.
Wie is die ik?
*de tranen prikken achter de ogen*
Natuurlijk werd ze vanochtend huilend en vol verwarring wakker, en er zijn natuurlijk hele goede verhalen om te vertellen waarom..
verhaal 1:
Ze heeft net het hoger beroep gewonnen in de rechtzaak die al drie jaar duurde (eigenlijk al twaalf) waarvan andere mensen haar konden vertellen of ze nou wel pijn heeft of geen pijn (lekkere mindfuck voor het brein, kan ik wel een hele blog over schrijven). En of ze dan wel of geen inkomen waardig is door de lens van die ander gezien.
(Al 12 jaar) vechten om gezien te worden, het eeuwenoude bekende verhaal.
En natuurlijk is er een mening over het feit dat het ‘winnen’ niet meteen gevierd wordt maar dat eerst de pijn van die jaren eruit komt; het niet gelooft worden, het leren zelf geloven zonder dat ‘die ander’ het doet, het loslaten.. druppeltje voor druppeltje..
Wat is de leven zonder vechten? Hier wordt het niet geweten.
verhaal twee:
Ze is net geëmigreerd, al het materialistische losgelaten waar ze voor het eerst vrijheid had ervaren. (Natuurlijk binnenin en niet perse vastgeklonken aan de materiële zaken zoals een huis.. Ik bedoel, we zijn al eerder verhuisd)
Maar de emotionele ervaring wordt zo ontzettend ervaren.
Het weer loslaten wordt zo ontzettend ervaren.
Het in de nieuwe positie bevinden van dát, dat brein niet kent wordt zo ontzettend ervaren.
Het aanpassen aan de nieuwe ervaring wordt zo ervaren.
De vrienden en familie die daar zijn en ik hier…
Het afscheid nemen van het bekende, ondanks dat er zoveel voor terug gegeven wordt, word zo ervaren.
Het was natuurlijk altijd al nieuw, al leek hét zo bekend. Als ik hier gewend ben zal het ook altijd nieuw blijven al lijkt het dan weer zo bekend. Er werd natuurlijk nooit eerder geweten wat er zou gaan gebeuren, wat is een toekomst?
Het zou altijd die schijnveiligheid zijn (niets mis mee hoor) die het brein haakt aan externe factoren, aan die bekendheid.. Maar er is simpelweg geen controle, ook niet als we denken al jaren hetzelfde huis te hebben, die vaste baan, of dat gezonde lijf.
Alles is continu in beweging ook als we er niet bewust van zijn.
Anyways, meningen dus en weer een beetje meer loslaten. Weer een beetje meer zakken in dit vrije bestaan, in het niet weten, in het vertrouwen, in de verwarring, in de ruimte, in dat wat altijd nieuw is – de leven.
De grootste mening ligt denk ik op het feit dat ze nu alles heeft (of niet heeft) wat ze ooit heeft gewild , waar ze kotsend en huilend en schrijvend op gehoopt had, en in plaats van een uitgelaten hysterische feeststemming is er rouw. Is er verwarring. Is er onzekerheid. Is er loslaten.
Omarmen.
Lief hebben van alles wat natuurlijk niet verwacht werd.
(laten we voorop stellen dat DAT is wat ze altijd al heeft gewild – het liefhebben van alles dat ze is in elk gegeven moment)
Weet je ik wil niets uitsluiten, alles mag er zijn. Maar er wordt simpelweg niet meer geweten wat dat is.
Het is de verwachting van hoe het eruit had moeten zien en de veroordeling van hoe het dan anders wordt ervaren dan die verwachting dat zo pijnlijk is.
In de verhalen wordt niet meer standvastig gelooft, meer stromend, vloeibaar, niet tastbaar, door de vingers heen geglipt, maar dat alles wordt wel gevoeld.
Wat is er dan dat er gevoeld wordt?
Pijn in het lijf, niet op de voorgrond maar o zo aanwezig.
Zooo moe, zo ontzettend moe.
Zo leeg.
Zo betekenisloos.
Zo verdrietig.
Zo geliefd.
Zo mens.
Ze wilt nu echt niet horen dat dát het ook is, want dat weet ze heus wel. En ze wilt haar menszijn (haar HELE menszijn) niet bagatelliseren, ook niet in de woorden dat alles niets is of alles, brein lijkt dat graag te doen. Die probeert altijd alles te vertalen wat niet gesnapt wordt)
Nee, ze wilt gezien worden in de pijn, in de verwarring, in dat menszijn.
Natuurlijk zou de wens nooit wat anders zijn, het is altijd alleen maar dit – gezien willen worden, gehoord willen worden; het mogen zijn van alles dat ervaren wordt in elk moment.
Zonder oplossing, zonder uitleg, zonder goed bedoelde adviezen. En ze zit er vol mee – meningen. Dat brein heeft genoeg munitie om af te schieten om de dingen ‘anders’ te kunnen doen, anders te kunnen zien, waar het brein daarna gewoon weer lekker over oordeelt. *zucht*
‘een moe brein liegt,’ werd mij vertelt.
Nu weet ik dat het brein nooit echt de waarheid kan vertellen want de waarheid wordt door het brein niet begrepen, die ligt boven het brein, of in het brein, of over het brein.. (als we al over een waarheid kunnen praten)
Ik zeg graag; als ze moe is zitten we lekker dicht op het brein.
Dan lijken die brein verhalen zo echt. Dan wordt er zo heerlijk hard en pijnlijk veroordeelt.
Een mechanisme om haar af te leiden van wat er gevoeld wordt, want wat er gevoeld wordt lijkt zo intens dat ze er wel eens aan onderdoor kan gaan.
Kwijt.
Verloren.
doelloos.
Druppeltje voor druppeltje in de veiligheid stappen van die immense kracht van menszijn.
Die grootsheid.
Het engste wat er is ben ik zelf.
Alomme verwarring in de duidelijkheid.
Of misschien wel, gigantische helderheid in de verwarring.
Niet dat er een reden voor nodig is om verward te raken, sterker nog… Iedereen raakt (gewoon) wel eens verward en we hebben er allemaal een hele andere reden voor.. Welke is ‘waar?’ – Allemaal natuurlijk, en allemaal niet… hinderlijk.
Maar ja, hier werd er natuurlijk gedacht “als je ‘het’ eenmaal ziet dan kan je niet meer verdwaald raken in de verwarring.
Te hoopvol natuurlijk.
Natuurlijk is er nog gewoon verwarring.
Natuurlijk is er nog gewoon verdriet.
Natuurlijk is er nog gewoon pijn.
Natuurlijk is er nog gewoon mens zijn
Lekker samen geklonterd in die onbestemde ruimte.
Ach, wat valt er weer tegen te doen; het blijkt gewoon weer te gebeuren.
Kwijt zijn in het doolhof van eenheid.
Niet te ontsnappen,
en nergens om van te ontsnappen..
Gewoonweg mens zijn.. *damnit*
“neem maar gewoon je tijd mijn liefste.”
“Je bent veilig mijn liefste.”
“Je bent zo onvoorstelbaar magisch.”
“Je hoeft nu niets meer te doen dan dat je aan het doen bent.”
“Je doet het zo godsamme goed.”
“Ik ben zo fucking trots op jou!”
“Huil maar, wees maar, doe maar niets, doe maar alles; ik ben hier. Nooit zal je meer alleen zijn. Ik heb je! Ik draag je! Ik geloof in je! Ik ben je!”
“ik zie je, en Alles is oké”